Ieder jaar kiest het Nationaal Comité 4 en 5 mei een thema dat inspireert om herdenken en vieren aan elkaar te verbinden en om de historische gebeurtenissen in verband te brengen met de actualiteit wereldwijd.
De afstand tot de Tweede Wereldoorlog wordt ieder jaar groter, maar bijna iedere Nederlander heeft via overlevering van generatie op generatie te maken met de Tweede Wereldoorlog of andere oorlogen sindsdien.
Voor de eerste generatie is het doorgeven van oorlogservaringen vaak een belangrijke vorm van verwerking en een manier om hun kinderen en kleinkinderen te waarschuwen voor het gevaar van oorlog. Volgende generaties geven een eigen duiding aan het oorlogsverleden op basis van de verhalen die zij via de eerste generatie hebben doorgekregen en gedrag dat voortkomt uit de ervaringen van hun (groot)ouders.
Zo zijn de effecten van oorlog nog steeds merkbaar in het leven van veel mensen, zowel voor de direct betrokkenen als voor hun partners, kinderen, kleinkinderen en andere familieleden. Jongere generaties dragen ook de ervaring van recentere oorlogen met zich mee – dichtbij of ver weg. Sommige kinderen en kleinkinderen van getroffenen worstelen met vragen over de eigen identiteit.
Oorlog, historisch en actueel, heeft grote impact op de samenleving. Hoe geven mensen betekenis aan ons gezamenlijke verleden? Hoe gaan we om met actuele dreigingen van oorlog? En hoe verhouden het verleden en het heden zich tot elkaar?
Met het jaarthema 'Leven met oorlog' vraagt het Nationaal Comité 4 en 5 mei in 2022-2023 aandacht voor de impact van oorlog op individuen, families en de samenleving. Het comité richt zich de komende tijd met name op het thema van intergenerationele overdracht: hoe ontwikkelen herinneringen zich van de eerste naar volgende generaties? En wat heeft dit voor betekenis voor opvattingen over vrijheid en onvrijheid?